Dit weekend hebben we de eerste ronde jongen kunnen spenen, op de foto hierboven 2 Lambrechts jongen die de eerste vlucht zeer waarschijnlijk niet gaan halen ondanks dat ze pienter de lens in kijken. Jarenlange ervaring leert dat de roofvogels eerst de witte en rode kleuren er uit pikken, elk jaar zitten er een 6-10 vale of rode tussen, maar zodra de eerste vluchten er aan komen zijn ze zo goed als allemaal al verdwenen. We proberen door deze duiven te koppelen op krassen om niet te veel rode te kweken, maar u ziet dat dat dus niet altijd op gaat.
Soms lees je nog wel eens iets wat interessant is, zoals dit keer bij AS in gesprek met Stefaan Lambrechts.
Citaat AS:
Wanneer ben je echt goed beginnen spelen en met welke duiven was dat?
Echt goed vanaf 2009. Vanaf toen kon ik mijn oom een beetje bij houden. Voorheen moest ik altijd voor hem onderdoen. “Onder doen” is niets voor mij en daarom werd de jacht geopend op nog betere duiven.Die haalde ik in 2005 bij Geert Lambrechts (geen familie), in 2007 werden twee duivinnen gehaald bij Jos van Loock. Een ervan werd hier stammoeder. En in 2008 werd soort ingebracht van mijn neef Bart Henderickx.
Wat interessant is: Alle genoemde namen hadden soort van Gebr van den Brande!
Ik was daar eerder. Hebben die ZULKE goede? “Hebben” weet ik niet maar in 2003 en 2004 waren er geen betere. Misschien zelfs in heel België niet.
Wederom Gebr van den Brande dus, denk dat ze de afgelopen jaren weinig onder hebben gedaan t.o.v. 2003 – 04. Ook het feit dat Stefaan de Dirk van den Bulck duiven van Willem de Bruijn kon halen, omdat die er geen prijs meer op stelde, is een mooi voorbeeld van hoe lastig het is om aan betere duiven te komen. Uiteraard zijn de vd Bulck duiven hele goede, maar zoals hierboven blijkt niet bij een ieder, de een kan er niks mee en de ander wordt er Nationaal kampioen mee. Feit blijft wel om die goede duiven te zoeken en te vinden, met slechte waren beide liefhebbers zo bij zo nooit geslaagd.